Weidebeheer – ook wel graslandbeheer – heeft alles te maken met paardenwelzijn en gezondheid. Hoe zorg je er als paardenhouder voor dat jouw paarden optimaal kunnen grazen op een kwalitatief goede weide? Paardenmangement is de basis van een goed paardenwelzijn. Want paarden die zonder zorgen, gezond gras kunnen grazen, zijn blije paarden!
Paarden hebben behoefte aan vrije beweging, gedurende de hele dag kleine beetjes ruwvoer eten en sociaal contact met soortgenoten. Weidegang combineert al deze elementen om een paard gelukkig te maken. Ruwvoer, zoals gras en (voordroog)hooi, is voor paarden de belangrijkste voedingsbron. Om een paard gezond te houden, is het essentieel dat de weide gras, en het daarvan gewonnen hooi, met de juiste voedingsstoffen bevat. Grassoort, bodem, (on)kruiden, bemesting, weersomstandigheden en (over)begrazing door paarden hebben invloed op de kwaliteit van de weide. Om die redenen is goed weidemanagement onontbeerlijk.
Paard is geen koe
Veel opvattingen over de aanpak van weidebeheer zijn afkomstig uit de veehouderij. Boeren richten hun weidebeheer vooral op een zo hoog mogelijke opbrengst: energierijk gras om koeien veel melk te laten geven en dat snel groeit om meerdere keren per seizoen te kunnen maaien. De eisen voor een paardenweide liggen anders. Paarden zijn sobere eters. Van oorsprong is het spijsverteringsstelsel van paarden ingesteld op het eten van moeilijk verteerbaar steppegras, dat lang en stengelig is en bovendien arm aan suikers en eiwitten. Paarden eten in de natuur kruiden om voldoende voedingsstoffen binnen te krijgen. Veel weides waar paarden in Nederland op grazen zijn nog ‘koeienweides’, ingezaaid met snelgroeiend, suiker- en eiwitrijk raaigras en weinig kruiden.
Weidebeheer is maatwerk
Vivianne van Leeuwen is paardendierenarts en heeft zich als voedingsconsulent verdiept in een gezond rantsoen voor paarden. Zij zegt: “Weidebeheer is maatwerk. Elk paard heeft een andere voedingsbehoefte. Je kunt je voorstellen dat een zogende fokmerrie of een sportpaard dat volop wordt getraind, meer energie binnen moet krijgen dan een Shetlander die alleen maar in de wei loopt. Ruwvoer is de belangrijkste voedingsbron voor paarden. Het is daarom voor een paardenhouder essentieel om te weten of het gras, en het (voordroog)hooi wat ervan wordt gemaakt, voldoende voedingsstoffen bevat om tegemoet te komen aan de behoefte van het individuele paard.
Weidegang opbouwen
Na de winterperiode waarin de meeste paarden langer op stal staan en hooi gevoerd krijgen, moet de weidegang in het voorjaar voorzichtig worden opgebouwd. Vivianne zegt: “Na maandenlang droog hooi te hebben gegeten, moet het maag- en darmstelsel van het paard wennen aan zacht en vochtrijk gras met een bijna dagelijks wisselende voedingswaarde. Weidegang opbouwen met elke dag een uurtje langer is aan te bevelen om koliek en diarree te voorkomen. Verder is weidegang in alle opzichten beter voor het paard: lekker naar buiten in de frisse lucht en het hapje-stapje principe komt tegemoet aan de basisbehoeften van het paard. Grazen in een gevarieerd weiland waar met liefde voor wordt gezorgd, met uiteraard een deugdelijke afrastering, is voor het paardenwelzijn en de gezondheid het allerbeste.”
meer vragen over een optimaal graslandbeheer? Aarzel niet ons te contacteren!
bron: KWPN.nl